Van frequent ziekteverzuim is sprake als de werknemer regelmatig niet komt werken, omdat hij ziek is of gebreken heeft. De werkgever dient aannemelijk te maken dat dit onaanvaardbare gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering.
Van belang is dat er geen sprake is van langdurige ziekte, want dan geldt het opzegverbod. Het kan dus wel gaan om een chronische ziekte die periodiek voor uitval zorgt, zonder dat dit langdurig is, of om frequent verzuim om steeds wisselende redenen. Daarbij mag het verzuim uiteraard niet het gevolg zijn van onvoldoende zorg voor de arbeidsomstandigheden. Ook dient er geen sprake te zijn van een verwachting dat binnen 26 weken herstel optreedt en dat binnen deze 26 weken de werknemer geen aangepast werk kan uitvoeren.
Deze voorwaarden maken frequent ziekteverzuim een zeer lastige grond om een ontbinding mee te verkrijgen. Enkel een zeer zorgvuldig gedocumenteerd dossier, met inbegrip van een deskundigenoordeel van het UWV, maakt dit mogelijk.